Vertalingen go through EN>NL
to go through | doorlopen (ww.) ; doornemen (ww.) ; doorzoeken (ww.) ; erdoor gaan (ww.) ; ondergaan (ww.) |
go through | afleggen ; aflopen ; beleven ; doorgaan ; doormaken ; ervaren ; gaan door ; ondervinden |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `go through`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: ransack